Grensoverschrijdende arbeidsmarkt en openbaar vervoer
De krapte op de arbeidsmarkt neemt toe, terwijl er een ‘mismatch’ is tussen vraag en aanbod. Arbeidsmobiliteit wordt dan een deel van het antwoord, maar ligt nog veel te laag. Wat kunnen we daaraan doen, vroeg het Benelux-parlement zich af op 22 en 23 maart 2019.
De juridische obstakels moeten worden weggenomen. Pensioenleeftijd, berekeningswijze, inhoud van de gehanteerde begrippen zijn bij voorbeeld niet dezelfde in de drie Benelux-landen. Zo wordt een stagevergoeding in België niet als loon beschouwd en dus niet belast, in Nederland wel.
Ook in de lidstaten zelf is de arbeidsmobiliteit laag. Hoe valt het te verklaren dat de werkloosheid in Moeskroen boven 15% piekt, terwijl ze enkele kilometers verder in Vlaanderen frictioneel is, vroeg Vincent Van Quickenborne (Open VLD) zich af.
Wie meer arbeidsmobiliteit over de hele Benelux wil, moet het spoorverkeer compatibel maken. Zo verhindert de upgrade van het Nederlandse veiligheidssysteem dat de Belgische trein nog van Luik naar Maastricht kan, terwijl de Nederlandse Arriva-trein België niet in mag, want hij is niet uitgerust met het ETCS-veiligheidssysteem.
Wie had er nu gelijk? De Belgische mobiliteitsminister François Bellot (MR) die eraan herinnerde dat ETCS van Europa moet op een transeuropese lijn? En Jef Van den Bergh (CD&V) die hieraan toevoegde dat het Belgische parlement zich na de treinramp in Buizingen verzet tegen elke afwijking op de veiligheid. Of heeft het Nederlandse parlementslid Martijn van Helvert (CDA) een punt en kan België een uitzondering krijgen om de Arriva zonder ETCS toe te laten op het traject tussen Maastricht en Luik?
In Luxemburg zelf wordt het openbaar vervoer gratis vanaf 2020 als onderdeel van een groot mobiliteitsplan. Volgens Willem Draps (MR) en André Postema (PvdA) is comfort echter belangrijker dan de nu al zeer lage prijs voor het openbaar vervoer in Luxemburg.