Commissievergaderingen van 5 juni: CO2-taxatie en Benelux samenwerking in tijden van Covid-19
De verenigde commissies Financiën en Mobiliteit & Ruimtelijke Ordening, Milieu en Klimaat hielden een eerste vergadering over het thema “Harmonisering van de belasting op CO2-emissies”.
De heer Vincent Van Steenberghe, docent aan de Université Catholique de Louvain en expert ter zake, overliep verschillende aspecten van het thema. Hij analyseerde de huidige situatie, in het bijzonder de verschillen tussen landen wat het niveau van CO2-taxatie betreft, en analyseerde de belangrijkste factoren voor een succesvolle transitie, zoals de impact op de herverdeling van inkomens. Hij schetste mogelijke trajecten naar 2050, tegen wanneer de Europese economie koolstofneutraal zou moeten zijn. Hij ging dieper in op twee sleutelsectoren, de bouwsector en het vervoer, en evalueerde ook de transitiemogelijkheden in andere sectoren.
Hij gaf ten slotte toelichting bij recente evoluties, zoals het groter wordende draagvlak voor CO2-taxatie en de door de Benelux Unie in 2018 aangenomen Talanoa-verklaring.
Daarnaast werd door de verenigde commissies een hoorzitting georganiseerd over de samenwerking in de Benelux in de strijd tegen COVID-19. Deze hoorzitting was het startpunt van verdere werkzaamheden over dat thema.
Tijdens deze hoorzitting stelde de heer Jean-Jacques Rommes, voorzitter van de Conseil Economique et Social du Luxembourg, openlijk het nut van het sluiten van de grenzen in vraag, vermits zowel in Nederland, België als in Luxemburg een volledige lockdown van kracht was. De sluiting van de grenzen heeft wel als gevolg gehad dat medisch materiaal niet tijdig of soms helemaal niet in de ziekenhuizen is geraakt. Ook mevrouw Anouk Bollen, directeur van het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility van de Maastricht University, kloeg de soms te rigide houding van de lidstaten aan.
Beiden waren dan weer wel positief over de maatregelen die de Benelux-landen op bilateraal vlak hebben afgesproken over de grensarbeiders, zeker nu telewerk wellicht steeds meer zal worden toegepast en de grensarbeiders vaak niet langer fysiek de grens moeten oversteken. Dat neemt niet weg dat een betere coördinatie op Benelux-niveau zeker nodig is. Dit geldt bijvoorbeeld op het punt van de steun aan ondernemers en in de zorgsector. Daarbij kan de ervaring met de euregio’s zeker van pas komen.
Vlaams minister van Toerisme Zuhal Demir onderstreepte dan weer het belang van de toeristische sector in tijden van corona. COVID-19 heeft immers tot een volledige stilstand geleid op het vlak van toerisme, met grote economische schade als gevolg. Vlaanderen heeft verschillende steunmaatregelen genomen om de sector te helpen, zoals premies en uitstel van betaling, en focust daarbij in de eerste plaats op binnenlands toerisme. Een grensoverschrijdende aanpak is echter zeer gewenst. Nu zijn in de Benelux-landen zeer verschillende maatregelen van kracht, bijvoorbeeld in de horeca en de pretparken. Om de toeristische sector weer helemaal te laten openbloeien, is overleg op het niveau van de Benelux onontbeerlijk.