Benelux landen en Baltische staten erkennen automatisch mekaars diploma’s in het hoger onderwijs
Het Benelux Parlement ijvert al jaren voor de wederzijdse, automatische erkenning van de diploma’s in de Benelux landen en formuleerde hieromtrent reeds verschillende aanbevelingen. Dit werk heeft geleid tot de Beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Unie van 18 mei 2015 betreffende de automatische wederzijdse generieke niveauerkenning van diploma’s hoger onderwijs. Deze Beschikking werd in 2018 nog verder aangevuld, zodat ook zgn. “associate degrees” en doctoraten voortaan automatisch erkend worden.
De Baltische Staten hebben het voorbeeld van de Benelux gevolgd: ook de Esten, Letten en Litouwers erkennen onderling elkaars diploma’s hoger onderwijs automatisch. Op die manier kan iedereen binnen de Benelux enerzijds en binnen de Baltische Staten anderzijds heel makkelijk studeren of werken in een ander land, zonder kosten of administratieve hindernissen.
De Benelux-landen en de Baltische staten gaan nu een stap verder. Zij hebben samen het initiatief genomen om een verdrag te sluiten over de automatische wederzijdse erkenning van diploma’s in het hoger onderwijs. Alle betrokken ministers van Onderwijs ondertekenden in 2019 reeds gezamenlijke verklaring in die zin, die heeft geleid tot een multilateraal verdrag dat op 14 september jl. werd ondertekend. Dit verdrag houdt in dat iedereen die in één van de Benelux landen of de Baltische staten een onder het verdrag vallende graad van hoger onderwijs heeft behaald, ervan verzekerd is dat het niveau van zijn graad automatisch wordt erkend in de andere landen die het verdrag onderschrijven.
De Benelux-landen en Baltische staten vormen nu samen de enige regio in de Europese Hogeronderwijsruimte waartussen het niveau van diploma’s automatisch worden erkend en lopen hiermee als pioniers voorop. Hun ambitie is dat andere landen dezelfde weg inslagen. Het Verdrag staat dan ook open voor toetreding door andere landen van de Europese Hogeronderwijsruimte, mits wordt voldaan aan de kwaliteitsvereisten voor de automatische en algemene wederzijdse erkenning van het niveau van diploma’s.
Tijdens de officiële lancering van dit verdrag op 27 september 2021 te Brussel sprak de heer Alain de Muyser, Secretaris-generaal van de Benelux Unie, van een historisch moment: andermaal wordt de meerwaarde van de Benelux voor de burgers aangetoond en vervult Benelux binnen de Europese Unie zijn rol van laboratorium. De verschillende ministers van Onderwijs wezen op het belang van dit verdrag voor de studenten van de Benelux landen en de Baltische staten. Onderwijs en werk globaliseren immers en daarom is het essentieel dat studenten alle leerkansen in de EU zo goed mogelijk benutten. Studeren in het buitenland brengt vaardigheden en ervaringen bij die cruciaal zijn voor een actieve deelname aan de samenleving en de arbeidsmarkt. Essentieel is dat het vertrouwen van alle betrokken landen in mekaars onderwijsstelsels groeit.
Onderwijsexperten van de Europese Unie en de Unesco gaven eveneens aan dat dit de te volgen weg is. In november 2018 keurde de Europese Raad reeds een aanbeveling goed over de bevordering van de automatische wederzijdse erkenning van diploma’s hoger onderwijs en hoger middelbaar onderwijs en van resultaten van leerperioden in het buitenland. In deze aanbeveling worden de lidstaten verzocht maatregelen te treffen om uiterlijk in 2025 automatische erkenning in te voeren. Dat moet samengaan met acties om het wederzijds vertrouwen in de nationale onderwijsstelsels te vergroten en de EU-landen te helpen elkaars diploma’s te erkennen om leren in het buitenland makkelijker te maken. Voor het hoger onderwijs bouwt de aanbeveling voort op de resultaten van andere fora, met name het Bologna-proces en de Erkenningsovereenkomst van Lissabon. De Benelux beschikking uit 2015 wordt hier uitdrukkelijk als voorbeeld gesteld. Het Sloveense voorzitterschap van de Europese Unie bevestigde dit thema nog in 2021 op de agenda te plaatsen.
Ook in de Benelux is het werk is echter nog niet af. De bestaande beschikkingen en het aankomende multilateraal verdrag betreffen immers enkel het hoger onderwijs. Het Benelux Parlement keurde op 24 maart 2018 in plenaire zitting een aanbeveling goed waarin wordt opgeroepen tot een doorgedreven harmonisering van de beroepsopleidingen en de generieke erkenning van de beroepskwalificaties van de lidstaten van de Benelux om op die manier te streven naar een eengemaakte Benelux onderwijsruimte. Deze laatste aanbeveling heeft geleid tot de Richtlijn betreffende de meeneembaarheid van beroepskwalificaties, die de Benelux Unie in 2018 heeft aangenomen. Deze richtlijn biedt het kader voor een regelmatig overleg over de ontwikkeling en totstandkoming van relevante maatregelen gericht op het wegnemen van obstakels voor de meeneembaarheid van beroepskwalificaties in het beroepsonderwijs. De bedoeling is om op deze wijze te komen tot verdere afspraken, zodat binnen de Benelux verkregen kwalificaties zo eenvoudig mogelijk ook aan de andere kant van de grens erkend worden.