Wederzijdse erkenning van diploma’s en beroepskwalificaties
De plenaire zitting van het Benelux parlement van 13 en 14 december 2024 werd grotendeels gewijd aan het thema van de wederzijdse erkenning van diploma’s en beroepskwalificaties.
Prof. Dr. Caspar van den Bergh, voorzitter van de Universiteiten van Nederland, pleitte voor een vlottere mobiliteit van talent en ziet dit als een noodzaak. Het erkennen van de beroepskwalificaties is daarvoor een belangrijke stap en er kan gepuurd worden uit de uitgebreide ervaring die de Benelux-landen hebben opgebouwd tijdens het Bologna-proces.
Bij het toelichten van het Rapport van de Europese Rekenkamer (Speciaal verslag 10/2024: De erkenning van beroepskwalificaties in de EU) kon de heer Stef Blok, lid van de Rekenkamer van de EU, concluderen dat dat de erkenning van beroepskwalificaties in de EU een essentieel, maar mondjesmaat en inconsistent gebruikt mechanisme is voor de uitoefening van een gereglementeerd beroep in een andere lidstaat.
Uit de tussenkomst van andere sprekers en tijdens het debat bleek duidelijk dat de materie zeer technisch is en gepaard gaat met vele administratieve obstakels. Er werd dan ook uitgebreid gepleit om de verschillende procedures beter op elkaar af te stemmen en bijkomende “red tape” te vermijden. De Benelux kan op dit vlak opnieuw een voorloper zijn indien we de nodige stappen zetten.
Het secretariaat-generaal van de Benelux Unie schetste alvast een aantal overwogen acties zoals bv. het opstellen van een lijst van prioritaire beroepen en sectoren en het versterken van de informatievoorziening die de leden van het Benelux parlement toejuichen.
Tijdens deze plenaire zitting werd ook de begroting 2025 voor het parlement goedgekeurd. Ook een aanbeveling over de “veiligheid in de havens” werd unaniem aangenomen.